Reactie CNV Jongeren op Troonrede

Aandacht voor jongeren in Troonrede, maar concrete maatregelen blijven uit

De boodschap van het kabinet op Prinsjesdag is helder: het gaat goed met de Nederlandse economie. Semih Eski, voorzitter van CNV Jongeren: “Jongeren ervaren stress, druk en onzekerheid bij de opbouw van een zelfstandig bestaan. Wat betreft het verbeteren van hun toekomstperspectieven is er nog veel werk aan de winkel. Helaas blijven concrete maatregelen nog uit. Het is hoog tijd dat jongeren van deze opwaartse stroom gaan profiteren.”

Nu de economie in de lift zit, is het hoog tijd dat we ons gaan focussen op de positie van jongeren op de arbeidsmarkt. Dit is het moment om hen meer zekerheden te gaan bieden. Jongeren ondervinden veel nadelen aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Eski: “De onzekerheid bij werkende jongeren is hoog. Ze krijgen steeds later een vast contract en stellen het kopen van een huis of het stichten van een gezin daardoor langer uit. Extra moeilijk is het voor kwetsbare jongeren; zij hebben minder mogelijkheden om hun talenten en kansen te benutten en zo hoger op de maatschappelijke ladder te komen.”

CNV Jongeren is positief dat er steeds meer aandacht komt voor de sociaal-economische positie van jongeren in Nederland. Eski: “Het is nu, mede dankzij Coalitie Y en de SER-verkenning, gelukt om de nadelige gevolgen van het leenstelsel, onzekere contracten op de arbeidsmarkt, de achterstandspositie van starters op de woningmarkt en de kansenongelijkheid onder jongeren hoger op de politieke agenda te krijgen. Maar dat is nog maar het begin. Nu is het tijd voor de volgende stap: concrete maatregelen”. Wij verwachten dat er bij de aankomende Algemene  Politieke Beschouwingen voldoende aandacht is voor de positie van jongeren.

“Er zijn diverse concrete maatregelen die op korte termijn genomen kunnen worden om de sociaaleconomische positie van jongeren te verbeteren. Denk aan een flextoeslag voor tijdelijke contracten en het in kaart brengen van de koopkracht van jongeren. Maar ook het afschaffen van de overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt en het invoeren van de generatietoets”.