‘Wonen’ blijkt het belangrijkste verkiezingsthema te zijn deze maand. Maar, wat zeggen politieke partijen over de wooncrisis waar we in zitten? En welke partijen gaan het probleem van geen betaalbare woningen voor jongeren oplossen? CNV Jongeren heeft gekeken naar de plannen van tien politieke partijen, zodat jij erachter komt welke partij zich het meest inzet voor jou als jongere met zorgen over de woningmarkt. We zetten drie stellingen op een rijtje.
Stelling 1: Huurprijzen moeten verder gereguleerd worden.
We zijn blij om te zien dat GroenLinks en de Partij van de Arbeid (GL/PvdA) en de SP allemaal een maximale huurprijs willen instellen. Op dit moment zijn er niet genoeg woningen, dus zijn de huurprijzen erg hoog. Door de huurprijzen te reguleren, kunnen meer mensen een woning betalen. Daarom vinden wij dat deze partijen goed bezig zijn en geven we ze de kleur groen. Er zijn ook partijen die vinden dat middenhuur gereguleerd moet worden, zoals de ChristenUnie (CU) en Volt. Zij steunen het voorstel van minister Hugo de Jonge. Wij geven hen een oranje kleur. Ten slotte zijn er partijen die willen dat de huurmarkt aantrekkelijk blijft voor mensen die in huizen willen investeren, zoals de VVD en BBB. Wij zijn het hier niet mee eens en geven hen rood.
Stelling 2: Dakloosheid onder jongeren moet afnemen.
Veel politieke partijen willen iets doen aan dakloosheid. Maar we vinden het jammer dat geen enkele partij extra aandacht heeft voor dakloze jongeren, terwijl we zien dat steeds meer jongeren dakloos worden. Wij denken dat het belangrijk is om de “kostendelersnorm” af te schaffen. Dit betekent dat jongeren langer bij hun ouders kunnen wonen zonder dat hun ouders minder geld krijgen. We vinden het ook goed dat sommige partijen het “housing first”-idee van Finland overnemen. Dat betekent dat dakloze mensen meteen een huis krijgen, zodat ze niet meer dakloos zijn.
De partijen die deze twee ideeën steunen, GL/PvdA, D66 en de CU, krijgen van ons daarom groen. CU wil ook ervoor zorgen dat weeskinderen in hun ouderlijk huis kunnen blijven wonen, net als de VVD. De BBB en CDA krijgt ook groen, omdat ze veel andere oplossingen hebben, zoals het makkelijker maken om huizen te splitsen en in vakantiehuisjes te wonen.
De SP en de Partij voor de Dieren willen het kraakverbod opheffen, maar hebben verder weinig andere ideeën. Volt, de PVV en de VVD steunen maar een van de bovengenoemde maatregelen. Daarom geven we deze partijen de kleur oranje.
Stelling 3: Jongeren moeten ook een woning kunnen kopen.
Veel jongeren kunnen op dit moment geen huis kopen. Dit zorgt ervoor dat jongeren belangrijke keuzes in hun leven uitstellen. Het is ook raar dat je wel 1500 euro per maand aan huur mag betalen, maar niet aan een hypotheek. Daarom zijn we blij dat D66 wil zorgen dat dit eerlijker wordt. Ze willen ook de bescherming tegen huisopkopers behouden en een adviesgroep van mensen die op zoek zijn naar een huis introduceren. Daarom geven we hen als enige groen.
De CU en Volt willen het Nationaal fonds betaalbaar wonen uitbreiden, zodat het makkelijker wordt voor starters om een huis te kopen. De BBB en CDA willen dat de studieschuld niet meetelt wanneer je een hypotheek aanvraagt en wil een garantieprogramma voor starters. Daarom geven we deze partijen oranje.
Naar onze mening doen de andere partijen niet genoeg, dus krijgen ze rood.
Er valt echt wat te kiezen
Jammer genoeg kan geen enkele politieke partij de woningcrisis meteen oplossen. Maar het volgende kabinet kan wel beslissen welke weg ze willen volgen om het probleem aan te pakken. Daarom denken we dat er echt iets te kiezen valt tijdens deze Tweede Kamerverkiezingen. Bijvoorbeeld, veel partijen willen de belastingvoordeel voor mensen met een hypotheek verkleinen (hypotheekrenteaftrek), zoals GL/PvdA, D66, PvdD, SP, CU en Volt. Dit kan de prijzen van huizen laten zakken, maar het zal mensen raken die al een huis bezitten. Verder zijn er partijen die graag milieuvriendelijke huizen willen bouwen (zoals GL/PvdA, D66, PvdD, CU en Volt), maar dat kan het bouwproces langzamer maken. Aan de andere kant zijn er partijen die vooral snel willen bouwen, zelfs als dat ten koste gaat van het milieu (zoals BBB en de PVV).
Wat je uiteindelijk ook kiest, het belangrijkste is dat je kiest! Laat jouw stem horen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november.