Opiniestuk Nederlands Dagblad | In de krant van 31 maart stond een artikel over een uitgebracht Panteia rapport, waarin het kabinet wordt geadviseerd om serieus na te denken over de invoering van een wettelijk recht op rouwverlof. De discussie hierover is al een tijd aan de gang in de maatschappij, met name over de impact van verlies op iemands werk. Dat wij in Nederland hier nog steeds over debatteren verbaast mij. Uit het rapport blijkt dat in België en Frankrijk al respectievelijk 10 en 11 dagen rouwverlof bij wet zijn geregeld en dat in Denemarken ouders zelfs recht hebben op 26 dagen bij het verlies van een kind.
Vanuit CNV Jongeren pleiten wij al langere tijd voor een wettelijk rouwverlof van minimaal 10 flexibel inzetbare dagen. In een enquête onder onze jonge achterban was 96,6% óók voor het invoeren van een wettelijk rouwverlof. Dat biedt mensen namelijk de tijd om zaken te regelen en te beginnen met het verwerken. Het concept van ‘rouwende jongeren’ is voor sommigen moeilijk voor te stellen. Toch verliezen alleen al jaarlijks ruim 6.000 jongeren tot 18 jaar een of twee ouders. Hier zitten oudere jongeren nog niet eens bij, net als het aantal mensen dat een andere dierbare in het gezin verliest, zoals een partner of broer of zus. Rouw onder jonge werknemers komt veel vaker voor dan men zich voorstelt. Het wordt nog regelmatig gezien als een uitzondering, terwijl veel mensen iemand kennen die op jonge leeftijd iemand verloren is, een gegeven dat misschien tijdens deze coronacrisis nog zichtbaarder is geworden.
Rouw is voor iedereen anders, maar heeft bij veel mensen effect op het functioneren op de werkvloer en kan leiden tot ziekteverzuim of zelfs burn-outs. Verlofdagen die flexibel inzetbaar zijn kunnen daarbij helpen. Op dit moment zijn werknemers nog volledig afhankelijk van hun cao of leidinggevende voor eventuele vrije dagen. Nog te vaak moet een werknemer gedwongen eigen vakantiedagen opnemen of zich ziek melden. Als reactie op onze enquête kregen wij ontzettend veel schrijnende ervaringen van jongeren binnen. Bijvoorbeeld dat ze zelf vervanging moesten regelen voor de dag van de uitvaart, of een dag later gebeld werden door hun leidinggevende met de mededeling dat hun verlofdagen op zijn. Anderen hebben nauwelijks vakantiedagen over en belanden alsnog in de ziektewet, omdat ze het verlies nog niet hebben kunnen verwerken.
Uiteraard zijn er ook veel werkgevers die wél begripvol reageren, maar voor iedereen die er niet uitkomt met zijn of haar werkgever is een wettelijk rouwverlof een waardevolle regeling. Bovendien laten veel jongeren ons weten dat het wettelijk rouwverlof ook een gevoel van schuld richting de werkgever en collega’s weg kan nemen. Bij wet is dan bepaald hoe lang je in ieder geval afwezig mag zijn, wat helpt om de tijd te nemen voor verwerking. Dus: politiek Den Haag, pak door en regel het wettelijk rouwverlof.
Door: Justine Feitsma, voorzitter CNV Jongeren