In gesprek met Intermediair | Vooral vrouwen en jongeren bezorgd om woningmarkt

Kan ik wel een huis (blijven) betalen? Met die vraag worstelen vooral vrouwen en jongere werkenden, blijkt uit onderzoek van Nationale Vacaturebank en Panel Inzicht.

Voor het onderzoek is een representatieve enquête uitgezet onder bijna 1.500 Nederlanders. Vragen daarin gaan over factoren die kunnen bijdragen aan hun wens om van baan te veranderen, salaris en de huidige woningmarkt.

Vooral mensen die nu een huurwoning hebben, maken zich zorgen over de stijgende huizenprijzen (66 procent, tegenover 51 procent van de Nederlanders met een koopwoning). Vrouwen maken zich hier vaker zorgen over dan mannen: 61,6 procent van de vrouwen zegt zich hierin te herkennen, tegenover 48,9 procent van de mannen.

Minder actie

Opvallend is dat vrouwen ondanks dat minder vaak bereid zijn van baan te veranderen als ze hun kansen op de woningmarkt daarmee vergroten. Van de mannen antwoordt 22,9 procent ja op die vraag, van de vrouwen is dat 18,8 procent. Ook zijn vrouwen net iets minder vaak bereid om actie te ondernemen voor een hoger salaris dan mannen. Volgens Désiré Slisser zijn die resultaten niet verrassend. Slisser is oprichter van Femme Works, dat bemiddelt tussen vrouwelijke professionals en de arbeidsmarkt. ‘Om hun kansen op de woningmarkt te vergroten, zullen vrouwen eerder op zoek gaan naar een vast contract bij hun huidige werkgever dan naar een andere baan met een hoger salaris. Zorgen om de woningmarkt ten spijt, vrouwen willen pas van baan veranderen als het hele plaatje klopt. ‘De combinatie van bedrijfscultuur, doorgroeimogelijkheden, werkomgeving, collega’s en salaris weegt voor vrouwen veel zwaarder dan salaris alleen. Ik spreek veel vrouwen die het belangrijk vinden om een leuke baan te vinden en bij wie salaris dan vaak op een tweede plek komt’, zegt Slisser. ‘Bij mannen hoor ik dat minder.’

Jongere werkenden

Jongere werkenden maken zich vaker zorgen over de huizenmarkt dan oudere werkenden. In de groep 18 tot en met 34 jaar zegt 55,7 procent zich daar zorgen over te maken. Wat niet verrassend is, is dat in deze groep ook de meeste mensen zitten die het vaakst een (nieuw) huis willen kopen. Justine Feitsma, voorzitter van vakbond CNV Jongeren, herkent zich in die resultaten. ‘Iedere jongere die ik spreek ziet het somber in.’ Dat is volgens het bestuurslid deels gebaseerd op de realiteit, maar ook op foutieve aannames over hun eigen kansen. ‘Als je alleen maar leest over gekte op de woningmarkt, waarbij mensen elkaar met tonnen overbieden, is dat niet geruststellend.’ Toch verdiepen jongeren zich vaak niet genoeg in hun positie op de woningmarkt, meent Feitsma. ‘Een hoge studieschuld betekent niet meteen dat je geen hypotheek kunt krijgen voor een koophuis. Het is daarom echt belangrijk je te verdiepen in de woningmarkt voor je gaat beginnen met zoeken.’

Stappenplan

Zo zijn er veel hulpmiddelen en tools beschikbaar om je op weg te helpen. ‘Verdiep je in wat je kunt met jouw salaris en toekomstperspectief. Laat bijvoorbeeld vrienden, familie, een bank of hypotheekadviseur met je meekijken’, zegt Feitsma. ‘Ook heeft de overheid een handige website voor starters ontwikkeld en is er een gratis stappenplan. Er is vaak meer mogelijk dan je denkt.’ Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat 34 procent van de ondervraagde jongeren aangeeft weinig over te houden na het betalen van de woon- of huurlasten. In andere, oudere leeftijdsgroepen is dat percentage aanzienlijk lager. Ook voor deze groep heeft Feitsma tips: ‘Als je denkt te veel huur te betalen, kun je overwegen om de hoogte van je huur aan te vechten via huurcommissie.nl. Veel mensen, zeker jongeren, zijn daarvan niet op de hoogte.’ Van baan veranderen om je kansen op de woningmarkt te vergroten, is ook een optie. ‘Gezien de krapte op de arbeidsmarkt heb je als werkzoekende een sterke positie’, beaamt Feitsma. ‘Maar je moet wel weg willen bij je huidige baan omdat de andere baan je leuk lijkt, niet alleen vanwege het salaris.’