Geslaagd onderwijscafé over het sociaal leenstelsel
Donderdag 25 oktober 2018 organiseerden CNV Jongeren en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) een onderwijscafé over de financiële positie van studenten en de communicatie over het sociaal leenstelsel. Er waren meer dan 20 jongeren en vertegenwoordigers van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aanwezig. CNV Jongeren-voorzitter Semih Eski: “Jongeren hebben terecht veel zorgen over de gevolgen van het sociaal leenstelsel. Kan ik nog wel (door)studeren of later een huis kopen? Tijdens de avond hebben we deze zorgen besproken en concrete oplossingen bedacht om het leenstelsel socialer te maken. Ik kijk terug op een geslaagd onderwijscafé”.
Constructieve samenwerking
Aan het begin van de avond werd door alle partijen de wens uitgesproken constructief met elkaar in overleg te willen blijven over het sociaal leenstelsel. Vanuit DUO werd een presentatie verzorgd over de verschillende projecten die zij aan het opstarten zijn om de communicatie over lenen te verbeteren en over de moeilijkheden waar zij tegenaan lopen. Vanuit deze presentatie ontstond een levendige discussie over de vraag waar de balans ligt tussen te veel onoverzichtelijke informatie en te weinig informatie voor individuele gevallen.
Communicatie
Na afloop van de plenaire discussie gingen de deelnemers uiteen in twee verschillende werkgroepen. In de eerste werkgroep werd de communicatie rondom het leenstelsel en de consequenties van lenen besproken. Al snel bleek dat er bij jongeren veel onduidelijkheid heerst over de consequenties van lenen. Er is gesproken over wie verantwoordelijk is voor communicatie over studieleningen en de gevolgen daarvan op je financiële positie. Het merendeel van de jongeren is van mening dat hier een belangrijke taak ligt voor het DUO. Immers, zij verstrekken het geld en dienen dus ook de consequenties van de lening inzichtelijk te maken. Verschillende verbeteringen werden door de aanwezigen voorgesteld, waaronder het beter inzichtelijk maken van potentiele studieschuld uitgedrukt in concrete zaken (wat voor soort huis kan een oud-student kopen met een x-bedrag aan studieschuld). Ook gaven de jonge deelnemers aan om in de communicatie aandacht te hebben voor verschillende profielen en achtergronden van studenten. Een MBO-student die naar het HBO wil doorstromen staat voor andere keuzes dan een als scholier op het VWO.
Financiële weerbaarheid
De tweede werkgroep besprak de financiële positie van jongeren. Jongeren vinden dat veel maatregelen binnen het sociaal leenstelsel deze positie verder onder druk zetten. Om hier een beter beeld bij te krijgen werd voorgesteld om studenten nadrukkelijker mee te nemen in de koopkrachtberekeningen van het Centraal Plan Bureau (CPB). Studenten hebben namelijk steeds meer kosten, maar worden nauwelijks meegenomen vanwege hun lage inkomen. Daarnaast werd voorgesteld de aanvullende beurs voor studenten die weinig tot geen geld vanuit huis kunnen meekrijgen te verbreden zodat meer studenten daar aanspraak op kunnen maken. Ook werd ingegaan op de verhoging van de rente op de studieschuld. De deelnemers zijn van mening dat de rente niet mag worden verhoogd en stelden voor dat de rente aftrekbaar gemaakt moet worden bij de belasting. Zo kan de overheid laten zien niet te willen verdienen aan studenten en studeren te zien als een investering in de toekomst.