Veel mensen keken uit naar de Tweede Kamerverkiezingen. De opkomst kwam uit op 81,9 procent – het hoogste percentage sinds 1986. Blijkbaar willen mensen graag hun stem laten horen om invloed uit te oefenen op de koers van Nederland. In de hoge opkomst zie ik een duidelijk statement van burgers naar de politiek. Het beleid van de afgelopen jaren heeft bij veel mensen geleid tot onzekerheid en onduidelijkheid.
Die onzekerheid zit onder meer in de arbeidsrelaties. Al heeft de Nederlandse economie de crisis achter zich gelaten, vooral jongeren en ouderen krijgen minder snel een vast contract op de arbeidsmarkt. Deze groepen hebben het gevoel dat zij voor de crisis hebben betaald, maar nu niet profiteren van de economische groei.
Ook is er veel onduidelijkheid als het gaat over studie, werk en inkomen voor later. Dat komt door inconsistenties in het beleid. We moeten een leven lang leren, maar bouwen daarvoor hoge studieschulden op. We moeten langer doorwerken, maar vaker in onzekere arbeidsrelaties. We gaan later met pensioen, maar tegen een minder zeker inkomen.
Juist de onzekerheid en onduidelijkheid in beleid hebben ervoor gezorgd dat veel mensen hun stem hebben laten horen bij de verkiezingen. Het is de taak van het nieuwe kabinet om in goed overleg met sociale partners een samenhangende visie te ontwikkelen op generatiebestendig beleid.
Uitgangspunten van dat beleid moeten zijn: meer duidelijkheid en zekerheid voor iedereen. Vakbonden en werkgevers zijn onmisbaar bij de vormgeving van dat beleid. Welk kabinet er ook komt, ieder motorblok (politiek) moet worden voorzien van goede motorolie (polder). Dat vergroot het draagvlak voor sociaaleconomischbeleid in de samenleving.
Semih Eski
Voorzitter CNV Jongeren